Voordat we reizen naar Rantepao maken we een tussenstop in Sengkang. In 1 ruk door naar Rantepao is een beetje te gek dat zou 12 uur gaan duren.
Naar Rantepao vanaf Bira.
Vanaf Bira reizen we vanaf half 9 met onze chauffeur verder. We zien heel veel traditionele huizen onderweg. Deze traditionele huizen zijn 50 jaar of ouder en worden nagenoeg niet meer gemaakt. De huizen zijn van veelal van meranti gemaakt en ook hier is deze houtsoort enorm duur. De meeste huizen worden nu van steen gebouwd.
We rijden wederom lang rijst en groentevelden maar deze zijn niet zo mooi als die in de bergen. De chauffeur stops langs de weg voor traditionele koekjes van mais. Deze koekjes zijn nog het meest te omschrijven als popcorn aan elkaar geplakt met gekaramelliseerde suiker. Erg lekker! Tijdens het middaguur stoppen we voor een lunch, die is wederom super lekker en wederom super goedkoop. We betalen 69.000 rupia wat neerkomt op 4,75 euro. De jasmijn thee is ook overheerlijk.
Sengkang.
Na een uurtje of 6 tuffen komen we aan in Sengkang. We frissen ons even op in onze hotelkamer en we worden om 16 uur opgehaald door een kapitein die ons gaat varen over het Tempe meer. Vlakbij ons hotel stappen we in een smalle boot. De kapitein zegt dat ik een poncho over mijn tas moet doen. Het 1e stuk is prima te doen, maar niet echt de moeite waard om mijn camera uit de rugtas te halen. We zien veel traditionele huizen en reigers langs het water. Dan komen we echter op een open stuk van het meer en de golven gutsen de boot in en over ons heen.
Bizarre boottocht.
Het wordt zeer onaangenaam, het waait enorm hard en de golven worden steeds hoger en wij steeds natter. We seinen dat we terug willen naar de kapitein, maar die vaart stug door. Ik vloek heel hard en kan alleen maar hopen dat mijn camera droog blijft. Ondertussen heb ik de poncho geheel over de rugtas gewikkeld en ben ik tot mijn ondergoed drijfnat. Echt niet grappig. Uiteindelijk komen we aan bij drijvende huizen op het meer.
Drijvende huizen.
Bij 1 van die huizen stappen we van de boot. We krijgen een kop heerlijk geurende en smakende thee en gebakken banaan. De reigers en andere watervogels vliegen af en aan. Gelukkig schijnt de zon dus drogen we een klein beetje op. Daarna is het tijd om terug te gaan. We hijsen onszelf dit keer helemaal in de poncho en zetten ons schrap voor de barre tocht terug. De terugweg is gelukkig wat korter en niet lang daarna worden we weer afgezet vlakbij ons hotel.
Natte kleding.
Ik geloof dat het thema van deze reis “natte kleding” is. We nemen een douche en hangen onze kleding voor het open raam om te drogen. Bij de balie van het hotel vragen we waar we een Bintang kunnen krijgen. Niet in het hotel in ieder geval en ook niet dichtbij, maar ze kunnen ons wel helpen. Ze halen 2 flessen bier voor ons en smokkelen die het hotel in. We genieten van dit welverdiende biertje op het ontbijtterras. Het is wel een duur biertje van 100.000 rupia (5,90 euro) voor een 650 ml, maar we vinden dat we dat wel hebben verdiend.
Naar Rantapao.
Om 8 uur vertrekken we weer met onze vrolijke chauffeur. Onderweg zien we weer rijstvelden en bijzondere capriolen op de weg. Alles kan in Indonesië, haha.
Regelmatig maken we een sanitaire, fotografische of culinaire stop. We rijden het laatste stuk door de bergen want Rantapao ligt in de bergen. We hebben onderweg mango’s gekocht voor 90 eurocent per kilo, we hebben hiervoor 4 flinke mango’s.
Torajaland.
Als we Torajaland bereiken zien we al de eerste zadeldakwoningen, wat geweldig om te zien! Ons verblijf is het Torsina hotel en heeft ook een zadeldak en een zwembad. Als we er net zijn wandelen we eerst een rondje door de omgeving. Dit is fantastisch, dit is geweldig! Net buiten de drukke deel van het centrum, worden we omringt door rijstvelden en diverse zadeldakhuizen. Gooijert is hier in 1998 geweest en dacht dat de daken toen van stro, bamboe of palmblad waren. Nu zijn de daken van golfplaat. Het houtsnijwerk is prachtig. Waterbuffelkoppen sieren de gevels, we zien grote en kleine zadeldaken. Torajaland is een gebied in Sulawesi waar ze een bijzondere dodencultuur hebben. Morgen om 9 uur worden we door onze gids opgehaald om dit bijzondere gebied te gaan bekijken en beleven.
Na ons wandelrondje, duiken we het zwembad in, de vogels en vlinders fladderen rond.
Dit keer zien we wederom prachtvinken, het zijn kastanjenonnen.
Het hotel is verder uitgestorven, het lijkt erop dat we de enige toeristen zijn (daar houden we van). Na een overheerlijke douche, nemen we een overheerlijke Bintang en knabbelen onze kroepoek op en schillen een sappig mangootje. Denk hier de geluiden van gekko’s, krekels en kikkers bij…… dat is namelijk wat wij nu meemaken, serieus LIFE IS GOOD!
Een geweldig rondje Rantepao.
We zijn vroeg wakker en ik start de dag met het fotograferen van diverse vogels rondom het hotel en de rijstvelden. Voor 9 uur rijden we weg met onze chauffeur en onze gids om het zuiden van Rantepao te bezoeken. Eerst gaan we naar een traditioneel dorp met authentieke huizen. Hier zijn de daken geheel van bamboe gemaakt en begroeit met varens, mossen en andere planten. De oudste huizen zijn wel 100 jaar oud en worden gemaakt van Jackfruit hout. De kleinere gebouwen met zadeldak zijn schuren om de rijst in op te slaan nadat deze is gedroogd. De rijstschuren staan op ronde palen van palmbomen en de woonhuizen staan op vierkante palen gemaakt van jackfruit hout. Al het houtsnijwerk heeft een betekenis zo staan de hanen voor de tijd en geeft 1 haan de maan en de andere haan de zon aan. De hanen staan voor de tijd omdat ze bij dageraad kraaien.
Tau tau poppen in Rantepao.
Alleen mensen van rijke afkomst en als er minimaal 25 buffels op de begrafenis zijn geofferd krijgen een tautau pop die in de rotsen wordt bijgezet bij het graf. We zien in een rotswand diverse poppen staan, de oudste poppen zijn wel 400 jaar oud. De poppen zijn gemaakt van jackfruit hout.
De nieuwste poppen vertonen enorm veel gelijkenis omdat nu een pop wordt gemaakt vanaf een foto en daardoor veel gedetailleerder is. Wij vinden de oudere poppen eigenlijk mooier en interessanter.
Geschiedenis Rantepao.
Het Torajavolk kwam ooit per boot aan vanaf Indochina en daarom hebben deze gebouwen hun dak in de vorm van een boot, het heeft dus niets met een zadel te maken. Een traditioneel huis met bamboe dak heeft een bouwtijd van 8 maanden.
1 punt van het dak staat richting het zuiden welke het paradijs aangeeft, de andere kant van het dak geeft het noorden aan welke staat voor leven. Er worden 4 kleuren gebruikt te weten zwart, wit, oker en rood. Dit zijn aardkleuren gemaakt van natuurlijke materialen.
Begrafenis in Rantepao.
Als iemand overlijdt wordt deze gebalsemd met formaline en verblijft soms wel 3 jaar in het huis richting het noorden. Als de overledene wordt begraven wordt de kist naar het zuiden gedraaid zodra er een waterbuffel is geofferd. De waterbuffel is heilig bij de Toraja, de buffel zorgt ervoor dat de overledene wordt begeleidt naar het paradijs.
Dat was voor zover de geschiedenis, wij hebben het genoegen dat we een begrafenis mogen bijwonen. We moeten een lange broek aan en een shirt met (korte) mouw. Als we aankomen, wordt net de kist met daarin de overledene in de draagbaar geplaatst. Vrouwen slaan met bamboestokken tegen een houten trog, het drumgeluid is van verre te horen. Er worden varkens cadeau gegeven en overal staan waterbuffels die uiteindelijk geofferd gaan worden. Daarna begint een katholieke ceremonie. Bij de zegening krijg ik de volle laag, haha weer natte kleding, maar niet zo erg hoor.Wij geven de nabestaanden een slof kreteksigaretten, welke voor respect staat (185000 rupia, ca 10 euro) cadeau. Varkens krijsen en zijn daarna ineens verdacht stil, ik wil niet kijken en weten wat er precies gebeurt, maar ik kan het wel raden.
Lunch in Rantepao.
We lunchen mee met de familie en gasten. Op bananenblad wordt rijst, vis, varken en groenten geserveerd. En eten doe je met je handen. Het is erg lekker en ook hier worden we op de foto gezet. Er wordt gevraagd of we ook wat palmwijn willen (arak) en vooruit dat slaan we niet af. Het smaakt zuur en licht naar kokos en is niet zo sterk als we ooit in Flores dronken.
Dansende draagbaar met kist.
Dan wordt de draagbaar met kist door mannen opgetild en langs de gasten gedragen, de vrouwen houden een lang, breed en rood lint boven hun hoofd en lopen voorop. Denk nu niet dat het er rustig aan toe gaat, welnee de draagbaar wordt alle kanten op gehusseld met heel veel bombarie. Het hele spul lazert bijna om.
Nu snappen we waarom de oude vrouw in haar kist goed werd vastgebonden. Ondertussen is de eerste buffel geofferd en de kist is nu naar het zuiden gedraaid. De kist blijft 4 dagen buiten en wordt daarna pas bijgezet in de rotsen. Deze vrouw is high class er worden op dag 3 van de 4 daagse ceremonie maar liefst 30 buffels geofferd. Als we terug lopen zie ik hier en daar bloedplassen van de inmiddels geslachte varkens en ook zien we de geofferde buffel liggen. De dieren hebben een goed leven gehad en het vlees wordt uitgedeeld, dus niets wordt verspilt. Al met al heel bijzonder om dit van dichtbij mee te maken.
Baby graf.
Onze volgende stop zijn baby graven. Baby’s tot 1 jaar oud (als ze in ieder geval nog geen tanden hebben want dan zijn ze nog heilig) werden vroeger begraven in een boom. Als de baby was overleden werd er snel een gat in de tarra boom gehakt en werd de baby naakt in foetushouding in de boom geplaatst. Met kokostouw en takjes werd het gat gesloten en met houten pinnen vast gezet. Uiteindelijk sluit de boom de opening van het graf en de kokosvezels verteren waardoor er alleen nog een litteken achter blijft. De tarra boom wordt hiervoor gebruikt omdat deze latex bevat en dat suggereert moedermelk.
Het oudste graf in de boom is ca. 100 jaar en rond 1970 werd de laatste baby in een boom begraven.
Hangende graven.
We reizen verder naar de hangende graven in een rots. Deze graven zijn wel 600 jaar oud en de meeste kisten zijn vergaan, waardoor er alleen nog botten en schedels te zien zijn. Wel is er nog hier en daar het prachtige houtsnijwerk te zien. Hier zijn een aantal tau tau poppen gestolen, maar dan wordt er een nieuwe pop gemaakt en bijgezet in het graf. Ook in dit gebied zijn rotsgraven te vinden, maar zonder de tautau poppen.
Panorama.
We rijden weer verder en stoppen hier en daar voor de mooiste uitzichten van dorpen met de traditionele Tongkonan huizen. Ook zien we een werkplaats waar de huizen worden gemaakt en waar de planken worden voorzien van houtsnijwerk en verf. Alles is handwerk, de huizen worden opgeleverd als bouwpakketten en zonder spijkers in elkaar gezet.
De waslijn.
Rond 17 uur zijn we terug, moe maar zeer voldaan, we nemen een duik in zwembad en kijken of onze was droog is en eten drakenfruit en mango’s.
Dag 2 in Rantepao.
We gaan om 9 uur weer op pad met onze chauffeur en gids Gibson. Onze eerste stop is de buffelmarkt, deze is om de 6 dagen. Hier worden waterbuffels gekocht en verkocht, maar ook varkens en hanen. De buffels zien er goed en gezond uit en er wordt respectvol mee omgegaan. Een volwassen buffel met witte huid en blauwe ogen kost tussen de 300 tot 500 miljoen rupia. Hoe ouder de buffel wordt hoe witter hij wordt. Hoe de varkens worden verhandeld hebben we wat meer moeite mee, de biggen worden gekocht en in een rijstzak gestopt.
Hanengevechten.
Ook al mogen hanengevechten een lange tijd niet meer het wordt nog steeds gedaan. Op deze markt wordt ook getest of de haan wel kan vechten. Niet fijn om te zien en te weten.
Tongkonan huizen.
Daarna lopen we een rondje over de groentenmarkt om vervolgens verder te rijden naar wederom een traditioneel dorp met tongkonan huizen.
Het zijn indrukwekkende gebouwen, zowel het woonhuis als de rijstschuren.
Onderweg zijn de rijstvelden weer magnifiek!
Granieten rotsgraven.
Onderweg zien we diverse graven die in graniet zijn uitgegraven. Er is ongeveer 6 maanden 1 steenhouwer bezig om 1 graf van ca 3 x 3 meter uit te hakken met de hand. Hij krijgt daarvoor 1 waterbuffel als beloning. We stoppen bij een rots met diverse graven.
In deze ronde rots liggen wel 600 mensen begraven. De steenhouwer is druk bezig een graf uit te hakken.
Menhirs.
Ook zien we veldjes met menhirs. Iedere menhir staat voor 1 begrafenis. De menhirs zijn ook weer alleen voor de high society weggelegd. Hier worden wel 60 tot 100 waterbuffels per begrafenis geofferd. Hoe hoger de menhir hoe belangrijker de persoon was hoe meer buffels er zijn geofferd.
De laatste stop is op ons verzoek bij de tautau poppen maker. Hij is er zelf niet maar we zien wel zijn werkplaats. Het houten gebouwtje zelf is afgesloten met een touwtje dus we kunnen binnen kijken, daar staan 2 poppen die klaar zijn een man en vrouw.
Reageer