De rit naar Moni.
Van Bajawa reizen we naar Moni op donderdag 16 januari. We worden we rond 9 uur in de ochtend opgehaald door onze chauffeur Jeremy. Wij en het andere koppel Nederlanders (Waldo en Hannie) rijden gezamenlijk naar Moni. Niet alleen gezellig maar ook kostenbesparend, we blijven uiteindelijk Nederlanders natuurlijk.
Onderweg naar Moni maken we diverse stops. Eerst bij een mooi uitzichtpunt. Daarna stoppen we bij een lokale markt. Daar zijn we weer een bezienswaardigheid. Bij een hangende brug
maken we een stopje en daarna gaan we naar het blauwe strand. Onderweg zien we in de bergwand langs de weg ook de blauwe stenen zitten. Een strand vol met blauwe stenen is wel heel bijzonder. Deze stenen worden verzameld en verkocht. Bij de weg liggen hoopjes stenen die zijn gesorteerd op kleur en grootte. We nemen uiteraard ook wat stenen mee.
Bij niet normaal mooie rijstvelden maken we ook een stopje om te fotograferen.
Ook lunchen we overheerlijk in Ende bij een restaurant met een gordijn.
Een hondenleven.
Er lopen veel honden op Flores en van onze gids in Ruteng hadden we al gehoord dat er in Flores (net als in Sumatra) hond word gegeten. We vragen het nu ook maar eens ter bevestiging aan onze chauffeur en gids Jeremy. En ja inderdaad wordt er hond gegeten in Flores. Je kan zelfs in restaurantjes hond eten. Hondenvlees wordt aangegeven met de letters RW. Wederom wordt ons gevraagd of we hond willen eten, nee dank u.
Wologai.
Net voor we Moni inrijden gaan we nog even naar het traditionele dorp Wologai. Dit dorp is klein en toch weer heel anders als we hiervoor hebben gezien zoals Bena. Het houtsnijwerk is erg mooi en gedetailleerd. In de hutjes zijn ook kleine houtsnijwerk kopjes te vinden. Ik zou zo graag van dat soort houtsnijwerk willen kopen. Ondanks dat er hier wel wat houtsnijwerk te koop is, vind ik dat niet mooi en authentiek genoeg. Ik probeer nog een origineel detail van het huis te kopen, maar helaas krijg ik dat niet voor elkaar.
Rond 17 uur arriveren we in Moni. Wij verblijven bij Bintang Bunagalow. Het is een vrij kleine kamer, maar wel hebben we een grote veranda voor onze kamer en zit er een mooie tuin bij met leuke planten. Later drinken we een biertje met onze medereizigers en eten we bij restaurant Mopi. Een erg leuke plek en het valt ons op dat er veel rasta’s lopen in Moni.
Kelimutu.
De volgende ochtend worden we in Moni om 4 uur opgehaald. Belachelijk vroeg. We gaan naar de Kelimutu vulkaan. De vulkaan is slapend en heeft 3 kraters waarin water staat.
Het water veranderd af en toe van kleur. De lokale bevolking gelooft dat de geesten van overledenen in de kratermeren ronddolen. Nu zijn deze 3 kratermeren al zeer geruime tijd dezelfde keur namelijk turquoise blauw. Maar indrukwekkend is het absoluut. Met de auto worden we naar boven gereden en het laatste stuk van 15 minuten moet je lopen. Het is nog harstikke donker als we aankomen, maar dan begint het schouwspel.
Het is het beste om in de ochtend te gaan omdat hier 9 van de 10 x later in de ochtend en middag de bewolking opkomt en het kan gaan regenen. Het licht, de kleuren en de wolken zorgen voor een spektakel. De natuur is zo prachtig, we genieten intens van het uitzicht en de vegetatie.
Rond kwart voor 10 zijn we terug in Moni. Bij ons appartement krijgen we een lekker ontbijtje. In de middag komt de bewolking weer opzetten en begint het te regenen. Wij selecteren en bewerken foto’s van gisteren en deze ochtend.
Café Moon.
In de middag wandelen we door het dorp en ook hier vlakbij zijn nog een 2 traditionele huizen te vinden. We mogen binnen kijken maar het is echt pikkedonker. Bijzonder detail: de opstap voor het huis is een buffelschedel. Bij Café Moon drinken we een biertje, dit de enige plek met gratis wifi. We zien dat onze terugvlucht met Garuda weer eens is veranderd. Ipv Labuan Bajo – Jakarta – Medan – Amsterdam, wordt het nu Labuna Bajo – Denpasar – Jakarta – Medan – Amsterdam.
Als we verder het dorp door slenteren worden we aangehouden door een local. Hij maakt een verkoop praatje over zijn restaurantje welke hij net is begonnen. We vragen ook naar de taxiprijs naar Riung en die kost 800.000 rupiah. We komen om 19 uur terug om bij hem te eten. Tussen de knorrende varkens en vliegende insecten krijgen we rijst, groentesoep, vis en boontjes te eten. Het is heel erg lekker.
Watervallen in Moni.
De volgende dag (zaterdag 18 januari) zitten we al om 7 uur aan het ontbijt. We huren een brommer en gaan om 8 uur al op pad. Eerst gaan we naar 1 van de 2 hotsprings in Moni. De 1e ligt verscholen tussen de rijstvelden en moestuinen. Vooral het laatste stukje is glibberen in de modder, maar het is ook niet de moeite waard. Het poeltje is inderdaad warm, maar we gaan er niet inzitten, veel te glibberig.
Met de drone maakt Gooijert nog een foto, maar puur om te laten zien dat het niet de moeite is om erheen te gaan. Onze voeten zijn zwart van de blubber dus die wassen we even in het stroompje langs de weg. We genieten nog wel van het uitzicht en net voordat we weg willen gaan komt er een auto aan en stappen Waldo en Hannie uit. We adviseren ze om deze hotspring over te slaan. Dat doen ze wijselijk ook.
Murukeba waterval.
Wel wijzen ze ons erop dat er niet veel verderop een waterval zit. Dus wij pakken de brommer en sjezen daarheen. We moeten eerst een steil glibberig heuveltje opklimmen en dan volgen we de borden “Murukeba waterfall”. Vervolgens lopen we door rijstvelden, door grasvelden en door jungle. We passeren 2 bamboe bruggetjes en daar staan weer prachtige en grote boomvarens. De omgeving is super mooi. Maar we zien maar geen waterval. Net als we denken het wordt niet beter en willen omkeren na het 2e bamboebruggetje slaan we beide een kreet. We zien een waanzinnig mooie en hoge waterval! Dit hadden we niet verwacht. Na de nodige foto’s lopen we dezelfde weg weer terug.
Hotspring in Moni.
Vanaf de waterval volgen we onze weg richting Moni weer en dan komen we een klein dorpje tegen waar een andere hotspring zit. Hier betaal je 10.000 rupiah entree. Je loopt een trap naar beneden en daar vind je 2 baden. Ze zijn wel gemetseld, maar het uitzicht is geweldig!
Murundao waterval in Moni.
Als we zijn uit gebadderd gaan we naar de volgende waterval van Moni. Deze zit 300 meter vanaf ons appartementje, hier betaal je ook 10.000 rupiah entree en we verwachten een klein watervalletje. We lopen het pad af naar beneden en als het pad ophoudt komen we in een prachtig gebied. Er is 1 grote waterval, maar aan de linkerkant is nog een waterval omringt door nog 3 kleine watervalletjes. Hier komt het water van de hotspring uit de grote waterval dus het water is heerlijk lauw. De andere beek is kouder. Dit water is azuurblauw, maar hierin zwemmen vergt wat ervaring. De locals springen vanaf de waterval naar beneden en klauteren op de steile en gladde rots naar boven. Niet geschikt voor ons in ieder geval. Wij zwemmen wel onder de grote waterval, het is er zo mooi! Daarna vinden we het toch echt tijd voor een biertje.
Onze avond
De stroom was uitgevallen dus het bier was niet zo koud, maar ach we doen het er maar mee. Met Waldo en Hannie hebben we afgesproken om een biertje te drinken en daarna gezamenlijk nog wat te eten. We eten bij onze buurman bij het Bintang restaurant (zwager van de eigenaresse van ons appartement). We kletsen wat en kijken foto’s van de afgelopen dagen onder het genot van een biertje. Daarna bestellen we eten.
Gooijert krijgt als eerste zijn bestelling, als die op is krijgt Hannie haar bestelling en Waldo zijn halve bestelling. Daarna krijg ik mijn bestelling en als laatste komen de croquetten die Waldo had besteld. Ja je verzint het niet maar er staat croquet op de menukaart. Het waren overigens geen vleeskroketten, de vulling bestaat uit aardappel en groenten. Ze waren overigens best lekker. De bediening van het restaurant kijkt samen met de familie naar een soap op tv en niemand bekommert zich meer om ons, haha. We hebben het gezellig zo met zijn vieren en uiteindelijk vragen we om de rekening en nemen afscheid. Waldo en Hannie vliegen de volgende dag vanaf Ende naar Labuan Bajo en wij verlaten Moni om door te reizen naar Riung.
Kerk.
En dan is het zondag 19 januari, tijd om Moni te verlaten. We hebben gisterenmiddag nog bevestigd bij de local op het kruispunt dat hij ons naar Riung mag brengen voor 800.000 rupiah (hier bij het appartement vroegen ze namelijk 1.2 miljoen rupiah). Om 6 uur gaan de kerkklokken en is het al druk in de straat. De kerk ligt tegenover ons appartement. En als we om kwart voor 8 willen ontbijten is er niemand te bekennen, iedereen zit in de kerk. Uiteindelijk vinden we de zoon van de eigenaresse en die regelt dat er om half 9 ontbijt komt.
Met onze bagage moeten we wel naar het kruispunt lopen want blijkbaar mag niet gezien worden bij wie wij een taxi hebben geregeld. Het is 9 uur en ik zoek de beste man die ik ook vind. Hij moet nog even zijn jonge broer halen want dat is blijkbaar de chauffeur van vandaag. Inmiddels loopt de kerk leeg op het zelfde kruispunt. Kleine trucks worden vol geladen met mensen. Er passen 32 mensen in, je gelooft het niet. Betelnoot kauwende vrouwtjes zitten te wachten, een mooi moment om ze stiekem te fotograferen.
En dan komt onze auto voorrijden. We betalen het resterende bedrag van 600.000 rupiah en gaan op weg.