Rinca.
Deze dag zouden we naar Rinca gaan, maar helaas deze dag (dinsdag 7 januari) gaat wederom onze geboekte toer niet door. Op Rinca komen ook komodovaranen voor en die willen we toch wel heel graag zien. Sowieso is een bezoek aan het eiland Komodo uitgesloten zijn we nu wel achter, maar Rinca zou een prima vervanger zijn.
We halen na het ontbijt eerst ons geld terug en bij een taxipunt vragen we wat de kosten zijn als we naar Ruteng gebracht willen worden as donderdag. Bij het appartement vroegen ze 1.2 miljoen rupiah en deze taxichauffeur vraagt 1 miljoen. We komen uiteindelijk uit op een bedrag van 850.000. Deal. Dan vraagt hij of we naar de eilanden willen. Ja heel graag maar niemand mag varen zeggen wij. Ja klopt, maar er is wel een toer naar alleen Rinca en dan vertrek je vanaf een andere haven. Het toertje is duurder als we geboekt hadden en niet doorging, maar we doen het.
Gua Rangko.
We pakken de brommer weer en gaan op grotverkenning. Niet dat we nou zo gek op grotten zijn maar je moet wat he? Na een uurtje tuffen komen we aan bij een dorpje. Het grappige is dat we gelijk vanaf de weg worden opgevangen door een man op een brommer die ons wel even de weg wijst. Hij regelt een kapitein en boot en zo varen we in 10 minuten naar de Rangko grot. Overigens was afdingen op de boottocht geen issue. Het is 35.0000 rupia, punt uit.
Vrij duur voor een boottochtje vinden wij. Bij de steiger klauteren we uit de boot en betalen 50.000 rupia entree pp. We lopen een klein stukje de berg op naar de grot en bedenken dat het fijn is dat het even niet heeft geregend anders glibber je bovengekomen zo de grot in naar beneden haha. De grot is mooi je zou er kunnen zwemmen, maar erin komen is nogal een avontuur, laat staan eruit komen. Dus dat skippen we maar even.
Het is bloedverziekend heet vandaag (31°C) en het zweet gutst uit ons lijf. Tijd voor een verfrissende duik, in zee. We wandelen de grot uit, beneden is een prachtig strandje. Ik ben helemaal in mijn nopjes want als ik me afdroog zie ik een zee-egel skelet liggen. Als we het strandje afspeuren verzamelen we 12 mooie exemplaren. We brommeren weer terug naar Labuan Bajo en in het centrum drinken we een heerlijk biertje bij de piratenbar. Bij ons appartementje is een verfrissende douche wel heel erg lekker. De rest van de late middag bestaat uit niets doen.
Komodovaranen op Rinca.
Woensdag 8 januari staan we om half 6 op Om 6 uur worden we opgehaald voor onze toer naar Rinca. We vertrekken toch vanaf de haven in Labuan Bajo. Als eerste gaan we rechtstreeks naar Rinca (spreek uit: rindja). Het eerste stuk is aardig woest, maar als we tussen de eilanden varen wordt het water wat vlakker. Als we bij Rinca aan wal gaan zien we apen en mangrovekrabben. Bij het bezoekerscentrum verzameld iedereen en we lopen in 1 grote groep (diverse boten bij elkaar) met de gids mee.
Komododragons.
We zijn nog geen 2 minuten op pad of de eerste Komodovaraan laat zich al zien. Ik maak een foto en ik hoor iemand zeggen, oh don’t worry you see more and bigger Komododragons….. En inderdaad we zijn een paar meter verder en daar liggen 3 komodovaranen. Deze zijn wat groter en een nog groter exemplaar loopt iets verderop. Tof!
De nodige selfies moeten gemaakt worden met het dier, die om zich heen kijkt en denkt: mafkezen die toeristen. Door de toeristen en selfiesticks heen kan ik toch een paar toffe portretten van het dier maken. Dan maken we verder een wandeling op het eiland. We lopen omhoog. Het valt op dat de eilanden best wel kaal zijn, geen groene jungle zoals je zou verwachten. Wel grashellingen met hier en daar een boompje. Het uitzicht is prachtig en ook hier worden de broodnodige selfies gemaakt. Niet door ons trouwens.
En dan lopen we terug, onderweg zien we nog een varaan liggen en dat was het dan. We gaan terug naar de boot en na een stukje varen mogen we snorkelen. Wij liggen uiteraard als eerste in het water. Door de wind is het zicht niet heel goed, het koraal is prachtig, van fluorblauw/paars tot gifgroen en knalgeel, maar helaas ook veel verbleekt koraal. Na weer een stukje varen komen we bij een ander eilandje aan.
Daar kan je omhoog klimmen of snorkelen. Wij kiezen voor het laatste. Het is wel iets beter zicht hier, maar niet spectaculair onder water, dus na een klein half uurtje houden we het voor gezien. We chillen even op het dek van de boot en niet veel later varen we terug. De golven zijn 1.5 meter hoog en een regenjasje is echt heel fijn om aan te hebben kan ik je verzekeren. We komen ongedeerd weer terug in de haven en lopen dan naar ons appartement. Oververhit nemen we een koude douche en een verkoelende Bintang.
Rinca was leuk, het was een avontuurlijk tripje, de komodovaranen zien was tof. Dit kan mooi van de bucketlist afgestreept worden.
Op weg naar Ruteng.
De volgende dag (donderdag 9 januari) is de dag dat we naar Ruteng afreizen. We hebben een privéchauffeur en onderweg pikt hij iemand op die later ook nog een stukje rijdt. De rit van Labuan Bajo naar Ruteng neemt al met al zo’n 4 uur in beslag. De rit is absoluut adembenemend. Rijstvelden, bergen en jungle wisselen elkaar af. We zien beekjes, stromende rivieren, watervallen en dorpjes onderweg. De weg bestaat uit voornamelijk haarspeldbochten en we rijden af en toe door de wolken. Dan komen we aan in Ruteng. We hebben hier 2 nachten geboekt bij het Victory hotel. We hebben hier een grote luxe kamer met een kingsize bed.
Ruteng.
We gaan op pad door Ruteng. Daar komen we een markt tegen en het is vooral Gooijert die de aandacht trekt van de locals. Hij wordt aangesproken met Sir en Mister en ze willen met hem op de foto. We zien op de vismarkt niet alleen makreel en tonijn liggen maar helaas ook papegaaivissen, grote vleermuisvissen en zelfs grote koffervissen. Vooral papegaaivissen zijn van zeer groot belang voor het onderhoud van het koraalrif. Dit soort vissen zouden niet voor consumptie moeten zijn. Best schrikbarend dat we hier rifvissen zien liggen. Wij zien ze liever onderwater op een gezond rif rond zwemmen.
Bintang.
We drinken een paar biertjes bij de enige bar die we kunnen vinden in Ruteng. Bij 3 grote flessen bier krijgen we een Bintang t-shirt, JA die willen wij! Helaas hebben ze geen zwarte shirts meer, dan maar een witte. Bij een restaurant met etalage (zonder gordijn dit keer) nemen we nasi rendang. Dan zou je verwachten dat je stoofvlees krijgt.
Nu is het in Indonesië zo dat de porties vlees en vis heel klein zijn (niks mis mee overigens). Maar de nasi rendang bestaat nu uit een portie witte rijst met 1 stukje vlees van 4 x 4 cm. Er wordt ook een bordje met 2 mini stukjes kip en groene chilli neergezet. De rendang is best lekker overigens, de kip schenk ik aan Gooijert en we rekenen 70.000 rupiah af. Gek genoeg is het eten hier wat duurder en de flessen Bintang goedkoper (40.000 ipv 50.000) dan in Labuan Bajo.
In het Victory hotel hebben we een local ontbijt van nasi, bami, ei en kip. Je kan ook brood met ei nemen maar dat slaan we uiteraard af.
Op pad rondom Ruteng.
Dan huren we een chauffeur in met gids die ons naar een waterval, spinnenwebrijstvelden en traditioneel dorp brengt. Als eerste gaan we naar de waterval op ongeveer 1 uur rijden vanaf Ruteng.
Air Terjun Tengku Lese is een waterval die bij rijstveld ligt. De weg ernaar toe is fantastisch mooi. Het eerste stuk is nog asfaltweg met hier en daar een gat in de weg. Het laatste stukje wordt best avontuurlijk. Er is nu geen asfalt meer en de weg wordt niet alleen smaller en kronkeliger maar ook worden de gaten groter. Het allerlaatste stukje moeten we lopen door de rijstvelden. Het is niet normaal zo mooi! Nou ja kijk zelf maar op de foto’s. Gooijert maakt foto’s met de drone ik met de camera. Vooral Gooijert met de drone is rete interessant voor de locals, hij heeft weer bekijks. We lopen steeds verder en verder en het wordt steeds glibberiger en steiler. Maar sjees het is de moeite waard!
Bezweet en bevuilt met wat moddervlekjes (vooral ik) stappen we weer in de auto om op weg te gaan naar de rijstvelden in spinnenwebvorm.
Sawah Lodok Berbentuk Jaring Laba-Laba oftewel de spinnenweb rijstvelden.
Vlakbij Ruteng vind je deze wereldberoemde rijstvelden. Deze rijstvelden zijn gemaakt in de vorm van het grote dak van een traditioneel huis. Maar deze rijstvelden worden in de volksmond spinnenweb rijstvelden genoemd. We betalen 15.000 rupiah om naar boven te lopen. Bovenop deze berg heb je een fantastisch uitzicht op de rijstvelden. Het is een steile klim naar boven en ik kom tot de conclusie dat ik ergens in Nederland mijn conditie heb achter gelaten. Die zal naast de chocolade en de koekjes liggen denk ik. Oververhit komen we boven aan (althans ik). Gooijert leeft zich weer uit met de drone en ik met de Nikon Z6.
Kapung Adat Ruteng Pu’u.
In dit dorp staan nog 2 traditionele huizen. In deze huizen met de karakteristieke grote daken leven meerdere gezinnen. Op de punt van het dak staat een houten masker met hoorns. Vroeger waren dit echt buffalo hoorns, deze zijn van geheel van hout, maar niet minder indrukwekkend. In het midden van dit dorpje ligt een grote stapel stenen. Dit zijn de graven van de originele bewoners van Ruteng. De graven zijn meer dan 100 jaar oud. Net buiten de cirkel van het dorp is een stenen trap, dit is een altaar. Vroeger werden hier criminelen gestenigd.
Rond 2 uur zijn we terug van een mooi en tof ritje.
Bintang T-shirts.
Bij de enige bar drinken we nog een T-shirt bij elkaar. Dit wordt onze nieuwe missie, hoeveel Bintang T-shirts kunnen we bij elkaar drinken deze reis? Dan zoeken we een restaurantje. Bij het eerste restaurant hebben ze geen vis meer en alleen maar kip. Als ik iets zonder vlees wil bestellen is dat onmogelijk dus gaan we naar een ander restaurant. Ook daar is het ingewikkeld, maar uiteindelijk bestel ik miesoep met ei. Ze komt nog terug om te vragen of ik er meatballs in wil. Nee, dank u.
We bekijken en bewerken na het eten onze foto’s. We zijn best tevreden over het resultaat. Morgen gaan vertekken vanuit Ruteng naar Bajawa, dit keer met een gedeelde bus. Dat is een stuk goedkoper dan een privé auto met chauffeur. Voor de bus betalen we 100.000 rupiah pp. En de bus haalt ons op bij het hotel en brengt ons naar de volgende bestemming.